Het gesprek vond plaats aan de hand van het
tussenrapport van de werkgroep WIT. In het tussenrapport wordt een serie
argumenten aangevoerd tegen de invoering op de gestelde termijn en worden de
bezwaren onderbouwd, toegelicht en uitgelegd. Ondanks die argumenten werd het
niet opportuun geoordeeld om over te gaan tot uitstel van de invoering van de
transponderplicht.
Hoewel de overheid erop rekende dat de markt wel haar werk zou doen, zijn er
nog geen geschikte transponders voor zweefvliegtuigen, scherm- en zeilvliegers,
ballonvaarders en snorvliegers, volgens de normen die daaraan mogen worden
gesteld. De operationele procedures zijn ontbrekend of nog niet duidelijk en men
kan daarvan nog niet goed doorgronden wat de effecten zijn. De mogelijke
medische gevolgen door de straling van transponders zijn onbekend.
Het uitstel in de ons omringende landen en de daarbij horende argumentatie is
voor DGTL geen reden voor uitstel. Vooralsnog wordt daarom de datum van 31 maart
2008 voor de invoering van de Mode S transponder voor alle luchtruimklassen
behalve G tot 1200ft, gehandhaafd.
De KNVvL is van mening dat de veiligheid in het luchtruim, de enige reden om
over te gaan tot verplichte invoer van transponders, op deze manier niet is
gediend. Sterker, de invoer zou een onterecht gevoel van veiligheid kunnen
suggereren, omdat men verwachtingen heeft van de transponder die wellicht niet
haalbaar zijn. Feitelijk wordt een schijnveiligheid gecreëerd.
TFZ
Bij de invoering van de transponderplicht zullen transpondervrije zones
worden ingesteld. Dit beleid komt niet overeen met de feitelijke situatie in
Duitsland waar op basis van vastgestelde criteria zones met
transponderverplichting ingesteld zijn en worden. De leidraad die in Nederland
wordt opgesteld voor luchtruimclassificatiecriteria wordt niet benut voor
kaderstelling van transpondercriteria. Nederland werkt daarmee contra de
beoordeling van het luchtruim conform de classificaties van ICAO. In plaats van
maatwerk is gekozen voor een ongenuanceerde generale maatregel.
De beperktheid van de nu in Nederland voorziene Transponder vrije zones (TFZ)
werd in het gesprek met DGTL onderkend, maar diende in de werkgroep Harmonisatie
Luchtruim Categorisatie verder besproken te worden. In die werkgroep, die op 17
januari bijeen kwam, bleek op werkdagen geen enkele ruimte voor meer en grotere
transpondervrije zones geboden te worden. Slechts in het weekeinde is een
ruimte, beperkt in afmetingen, beschikbaar als overgangsmaatregel.
In het kader van de Road Map zal de KNVvL zo spoedig mogelijk opdracht
verstrekken aan het NLR voor een onderzoek naar de veiligheidsaspecten van de
transponderinvoering in luchtvaart arme gebieden versus de opeenhoping van
transponderloos verkeer in reservaten (TFZ).
Door de KNVvL zal op zeer korte termijn een strategie worden bepaald, waarbij
vastgesteld moet worden of, en op welke wijze, de vereniging constructief blijft
deelnemen aan het overleg en welke alternatieve wegen bewandeld kunnen worden om
het gewenste resultaat te bereiken. |