Transponderverplichting per 31 maart 2008
Geplaatst door webmaster op 19-03-2008 00:00
Al vijf jaar lang is de verplichting tot het voeren van een Mode S
transponder met ingang van 31 maart 2008 onderwerp van overleg met de overheid. In 2003 is een jaar uitstel verleend voor de ongemotoriseerde luchtvaart. Op
grond van de door de KNVvL aangedragen argumenten heeft de toenmalige
Staatssecretaris van Verkeer & Waterstaat de invoering wederom uitgesteld tot
uiterlijk 31 maart 2008.
In de tussenliggende periode is er constant gewerkt aan het wegwerken van de
belemmeringen die een verantwoorde invoering in de weg zouden kunnen staan.
De KNVvL heeft met steun van het Directoraat Generaal Transport en Luchtvaart
een werkgroep ingesteld die de implementatie van de transponder nauwgezet volgt
en aan de hand van een Road Map adviseert in hoeverre er op de vereiste
terreinen vorderingen worden gemaakt die de veilige introductie kunnen
garanderen.
Op grond van het tussenrapport van de WIT en gesteund door de afdelingen die
de vliegende leden vertegenwoordigen kon de KNVvL zich niet verenigen met het
ongeclausuleerd laten doorgaan van de opgelegde verplichting. Voor een
verantwoorde implementatie bestonden er nog te veel open einden.
Klik op "Lees meer"
Uitgebreid nieuws
Het ambtelijk overleg is intens en uitputtend geweest en leidde uiteindelijk
niet tot het verlangde resultaat. In een laatste poging om uit de impasse te
geraken heeft een delegatie uit het Hoofdbestuur een onderhoud gehad met de
Directeur Generaal. Dit overleg heeft een beweging in gang gezet ter oplossing
van het verschil van inzicht over de introductie van de transponder. Aangezien
uit het reguliere overleg geen oplossing meer verwacht mocht worden heeft de
KNVvL zich moeten beperken tot informeel overleg, directe contacten en degelijke
adviezen.
Naar het zich laat aanzien is gisteren op ambtelijk topniveau een akkoord
bereikt tussen V&W en Defensie over de transponderverplichting voor
ongemotoriseerde luchtvaartuigen. Het is geen geheim dat er binnen de betrokken
ministeries aanzienlijke verschillen van inzicht bestonden. Deze schijnen
overwonnen te zijn, waardoor het mogelijk is het resultaat ter goedkeuring aan
de bewindslieden voor te leggen.
Kernpunten van het advies dat aan de ministers voorgelegd gaat worden zijn het
voorlopig handhaven van de techniek van de Transponder Mandatory Zones (TMZ’s)
en het gefaseerd invoeren van de transponderplicht in het Nederlandse luchtruim.
De ministers zullen naar verwachting het volgende stappenplan goedkeuren:
Stap 1, per 5 juni 2008
- TMZ Maastricht; omvat de gehele TMA Maastricht met in achtneming van de
afspraken over Schinveld, zoals voorbereid in de wgHLC.
- TMZ Eelde; omvat de gehele TMA Eelde met in achtneming van de afspraken
over Veendam, zoals voorbereid in de wgHLC.
- TMZ Rotterdam; omvat de huidige Caution Area met een zuidgrens als
ontworpen voor de toekomstige nieuwe TMA Rotterdam met een hoogteband van
2500ft tot FL055. E.e.a met in achtneming van de afspraken over Haamstede,
zoals voorbereid in de wgHLC.
- TMZ Brabant; omvat de Nieuw Milligen TMA D, aan de noordzijde begrensd
door de Nederrijn met een hoogteband van 2500ft tot FL065 (FL095 in het
weekend); Tussen de CTR Volkel en de Nederrijn ten oosten van de snelweg A50
in de weekends een ondergrens van FL045.
- TMZ Nieuw Milligen; omvat de TMA's A en C vanaf FL065 en hoger.
Stap 2, per 31 maart 2009
- TMZ's Nieuw Milligen; uitbreiding van de transponderverplichting in de
TMA's A, B, C en G1 op werkdagen van 09.00 uur tot 17.00 uur vanaf FL045. (In
de weekenden zijn dit dus geen TMZ's )
Stap 3, per 31 maart 2010
- TMZ’s Nieuw Milligen, TMA A, B en C (en D?) en G1; de ondergrens wordt in
principe verlaagd naar 1200 voet.
Besluitvorming over de inrichting van TFZ's (in stap 3) dient voor 31 oktober
2008 te zijn afgerond. Voorstellen hiertoe moeten dus binnenkort worden
ontwikkeld. Het ligt voor de hand dat de wgHLC deze taak op zich gaat nemen.
Eind 2009 zal een evaluatie van de eerste twee fasen plaatsvinden.
Het spreekt voor zich dat dit conceptbesluit dat een dezer dagen door de
ministers zal worden bekrachtigd onderwerp zal zijn in de diverse commissies
binnen de afdelingen, binnen het hoofdbestuur en haar commissies, alsmede met de
afdelingsbesturen.