Minister neemt onduidelijkheid weg
Geplaatst door webmaster op 23-01-2009 18:23
Minister Eurlings heeft gereageerd op brief KNVvL van begin december naar aanleiding van het antwoord van de minister op vragen van de heer Haverkamp (CDA) tijdens het algemeen overleg van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat in februari 2008.

De strekking van de oorspronkelijke vraag luidt: “Het was de bedoeling dat Schiphol hoger genaderd zou worden waardoor de overlast in de omgeving zou afnemen. Er zijn signalen dat het plafond straks naar beneden gaat en dat er dus lager aangevlogen gaat worden”.   -Klik op Lees meer-

Uitgebreid nieuws

Minister Eurlings heeft gereageerd op brief KNVvL van begin december naar aanleiding van het antwoord van de minister op vragen van de heer Haverkamp (CDA) tijdens het algemeen overleg van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat in februari 2008. De strekking van de oorspronkelijke vraag luidt: “Het was de bedoeling dat Schiphol hoger genaderd zou worden waardoor de overlast in de omgeving zou afnemen. Er zijn signalen dat het plafond straks naar beneden gaat en dat er dus lager aangevlogen gaat worden”.

Het antwoord van de minister bracht bij de KNVvL onduidelijkheid over wat precies bedoeld werd. Dit kwam mede door het onzorgvuldige gebruik van afkortingen.

In zijn brief geeft de minister het volgende aan: “Ik kan melden dat er op dit moment er geen sprake is van het verlagen van het naderingsluchtverkeersleidingsgebied (TMA) rond Schiphol, noch van het lager aanvliegen door groot (commercieel) luchtverkeer als gevolg daarvan. In tegendeel, mede in het licht van het advies van de Alderstafel en de gewenste glijvluchten wil ik de mogelijkheden onderzoeken om op termijn de ‘onderkant’ van de TMA in treden vanaf Schiphol te verhogen (ook wel "upside down weddingcake" genoemd).” De minister sluit echter niet uit dat een uitbreiding van de Schiphol TMA op enig moment aan de orde zou kunnen komen.

De minister geeft tevens aan dat het noodzakelijk is om twee bijzondere verkeersgebieden (SRZ’s) tot te voegen aan de Noord- en Zuidzijde van de Schiphol CTR vanwege de invoering van de transponderplicht, dit mede in relatie tot de parallelle naderingen om daarbij de veiligheid te garanderen. De reden hiertoe is dat “Van alle voorgestelde maatregelen om de veiligheid te borgen is gekozen voor de maatregel die de kleine luchtvaart het minst beperkt”.

De minister sluit af met de mededeling dat hij onze inbreng ten behoeve van de beleidsformulering als belangenbehartiger voor de kleine luchtvaart zeer op prijst stelt.

Reactie van de KNVvL
De KNVvL is tevreden met de bevestiging dat de TMA/SPL niet verlaagd zal worden en dat daarmee de dreiging van verdere beperking voor de luchtsporten voorlopig van de baan is. Gematigd optimistisch zijn wij over de aankondiging dat de onderkant van de TMA vanaf Schiphol in treden verhoogd zal worden. Hopelijk heeft hij een behoorlijke trap in gedachte. Meer dan acht jaar lang dringt de KNVvL er bij de minister op aan om deze gebruikelijke begrenzing toe te passen.

Ten aanzien van de uitbreiding van de CTR/SPL met aan noord- en zuidzijde een SRZ heeft de minister de argumentatie niet geheel begrepen en wordt de beperking voor de luchtsport enigszins gebagatelliseerd. De mogelijk verminderde veiligheid wordt niet veroorzaakt door het onder de TMA vliegend recreatieve verkeer, maar door ACAS –apparatuur van verkeersvliegtuigen die ook buiten het beschermde gebied van de TMA signalen opvangen en deze als bedreigend interpreteren.

Classificatie TMA/RTM
Ook het Ministerie van Defensie heeft gereageerd op een brief van de KNVvL aan gaande de classificatie van de TMA/RTM, in de vorm van een ontvangstbevestiging van de Generaal-majoor Vorderman van de KLu. Generaal-majoor Vorderman geeft aan dat er nog geen besluitvorming heeft plaatsgevonden over de luchtruimclassificatie van de Rotterdam TMA. Mede dankzij de complexiteit van belangen rondom dit onderwerp verwacht hij dat het nog enige tijd nodig zal hebben. Hij hoopt onze brief dan ook uiterlijk 31 maart 2009 te kunnen beantwoorden. Op dezelfde brief verwachten wij eveneens een reactie van de minister van Verkeer&Waterstaat. De KNVvL verwacht dat de minister in overleg zal treden met de sector en dat de KNVvL in de gelegenheid wordt gesteld een gekwalificeerd advies uit te brengen.

bron: KNVvL